Groen Muiderberg | Bomen
252
page-template-default,page,page-id-252,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-9.0,wpb-js-composer js-comp-ver-4.9.2,vc_responsive
 

Muiderberg, boomrijk dorp maar er verdwijnen er ieder jaar te veel!…

 

Iedere boom geeft ons zuurstof, vangt fijnstof, vangt CO2 en zorgt voor geluidsreductie.

Ze zijn onderdeel in een keten van ecosystemen waarin schimmels, bacterien, insecten, vleermuizen, eekhoorns en vogels hun habitat vinden, maar naast deze practische functies die bomen ons kunnen geven zijn bomen ook erg mooi in hun verscheidenheid en voor veel mensen ook belangrijk als eikpunt, herkenning, en zelfs vriendschapsgevoelens kunnen ontstaan.

 

Er zijn de laatste jaren veel bomen verdwenen door de kap ten behoeve van de snelweguitbreiding, maar ook in particuliere tuinen en in de bossen en de openbare ruimte, vaak door omwonenden ook ongewild zoals in februari 2017 de 4 prachtige oude moerascypressen bij de Florisberg.

Kapvergunningaanvragen worden niet of te laat gezien, wij vinden eigenlijk dat de gemeente omwonenden en Groen Muiderberg moet inseinen als er bijzondere bomen gekapt gaan worden. Wat u zelf kunt doen is de omgevingsalert app installeren op uw telefoon of een abonnement nemen op de e-mailberichten van de rijkoverheid over uw buurt.

 

We willen graag dat bij iedere kapvergunning herplantplicht hoort, als het niet in eigen tuin kan dan stort men een bedrag in een pot van waaruit bomen aangeplant kunnen worden in het dorp, eventueel met schenkingsnaambordje.

We zouden graag een bomeninventarisatie willen van de bijzondere bomen in ons dorp, vaak onopgemerkt; zo staat er een bijzondere weichselboom bij de Kazemat aan het eind van het Schelpenpaadje, ga maar eens kijken naar de prachtige bloesem in het voorjaar, maar ook de steeliepen die we gelukkig hebben kunnen redden van de kap toen het terrein van de Florisberg bouwklaar werd gemaakt zijn bijzondere bomen, het is de enige iepensoort die resistent is tegen de iepziekte. Nakomelingen ervan zijn in het Kocherbos uitgeplant.

Eigenlijk vinden we dat iedere boom bijzonder is en dat er zo min mogelijk gekapt zou moeten worden, er zijn symbioses en samenlevingsverbanden ontstaan die niet zomaar verbroken zouden mogen worden, iedere boom draagt bij aan biodiversiteit en welbevinden op de een of andere manier.

Groen Muiderberg is contactpersoon van de Bomenstichting voor Muiderberg, we kijken nog hoe deze samenwerking vorm gaat krijgen.

 

Naaldbomen in tuinen worden vaak door uilen gebruikt om in de winter overdag in te roesten (rusten) omdat deze bomen ook in de winter beschutting bieden, veel van deze naaldbomen zijn verdwenen helaas. De steenuiltjes nestelen in oude knotwilgen die niet ieder jaar geknot worden, we moeten ook zorgen dat die beschikbaar blijven.

Het lijkt ons een goed idee als de wilgen niet meer allemaal tegelijk geknot worden maar om en om zodat er katjes in het voorjaar blijven voor de vroege insecten en nestelgelegenheid voor vogels.

 

Wij pleiten ook voor het veilig stellen van mooie oude bomen met holtes voor vleermuizen of spechten, de boom hoeft dan niet helemaal gekapt maar de gevaarlijke takken kunnen verwijderd worden, dit vereist wel vakmanschap! Oude bomen met holtes moeten sowieso gecontroleerd worden op het voorkomen van vleermuizen!

 

Vrijwel iedere bunker in het dorp heeft z’n eigen acacia, waarschijnlijk bij de bouw aangeplant om op den duur de bunker aan het zicht van bovenaf te onttrekken.

Groen Muiderberg pleit al jaren voor een boomrijke verbindingszone vanaf het Voorland langs de snelweg en spoordijk richting Kocherbos, met een mooi wandelpad er doorheen zodat het voor mens en dier een interessante aanvulling in ons landschap zal zijn.

We zijn sinds een jaar bezig met de Dorpsraad om een deel van dit plan verwezenlijkt te krijgen en hebben een ontwerp gemaakt voor de aanplant van 500 compensatiebomen van Rijkswaterstaat in het eerste traject van deze ‘droom’.

We hopen hier binnenkort meer van te kunnen laten zien maar de eerste plannen zijn tijden een dorpsraad informatieavond enthousiast ontvangen en 2 betrokken boeren hebben ook aangegeven mee te willen werken!

De aanplant zou dan moeten gebeuren met vooral inheemse soorten met vooral veel bes, bloem en zaaddragende struiken en bomen, ze onttrekken vanuit Buitendijke ook het lelijke gezicht op viaduct, oprit en spoordijk met schermen.

 

Hieronder zullen wij van een aantal soorten bomen die in Muiderberg voorkomen een korte omschrijving met standplaatsen geven(is nog in de maak). Heeft u een leuke anekdote over een Muiderbergse boom, laat het dan via het contactformulier weten, we vullen de website graag aan!

 

Beuk

In Muiderberg staan in het Echobos en Kocherbos een flink aantal prachtige oude beuken, ook op de begraafplaats aan de Badlaan.

Meer informatiehttp://www.wilde-planten.nl/beuk.htm

 

Eik

 

zomereik

wintereik

Amerikaanse Vogelkers

Weichselboom

Steeliep

Acacia

Vlier

Wilg

Es

Iep

Hulst

Wat zijn inheemse en uitheemse bomen en wat is het belang en probleem ervan;

Inheemse bomen hebben een groot aantal aan hen gerelateerde organismen, zo kan onze Vlaamse gaai wel de eikels van de inheemse eik eten maar niet de grotere en hardere eikels van de Amerikaanse eik, ook zijn er meer dan 500 soorten levende wezens als algen, mossen, insecten, vogels afhankelijk van de inlandse eiken en leven zij in symbiose daarmee. Bij de Amerikaanse eik gaat het maar om enkele tientallen soorten. Inheemse soorten geven een rijker ecologisch leven in een landschap. Uitheemse soorten kunnen invasief worden doordat ze geen natuurlijke vijanden hebben of ziektes  meenemen die voor de inheemse soorten dodelijk zijn maar voor henzelf niet. Ze kunnen een grotere groeikracht hebben waardoor ze inheemse soorten in de schaduw zetten waardoor die niet tot wasdom kunnen komen. Het is een heel complex verhaal met steeds wisselende opvattingen over al dan niet bestrijden van uitheemse soorten.

In 1992 heeft Nederland het Biodiversiteitsverdrag van Rio de Janeiro ondertekend. Eén van de centrale thema’s was het behoud van de biologische diversiteit binnen soorten, tussen soorten en van ecosystemen. Sinds Rio is het denken over natuurbeheer in brede kring veranderd en is er ook een duidelijk toenemende belangstelling voor autochtone bomen en struiken. Het verdwijnen van biologische diversiteit en daarmee genetische verarming, kan onder andere worden tegengegaan door versterking van bestaande populaties en door herintroductie van autochtoon materiaal.

De basis hiervoor is door Stichting Kritisch bosbeheer gelegd rond het begin van de jaren tachtig van de 20e eeuw. In de tachtiger jaren leidde dat concreet tot diverse publicaties die de eerste contouren beschreven van het belang voor het behoud en ontwikkeling van inheemse en autochtone populaties bomen en struiken in het Nederlandse natuurbeheer. Later spitsten zich de publicaties toe op individuele soorten als onder meer de Taxus (Taxus baccata), de linden als winterlinde (Tilia cordata) en zomerlinde (T. platyphyllos), Wintereik (Quercus patrea), enzovoort.

Aanvankelijk ontstond er veel weerstand tegen dit thema. Dat veranderde snel toen het inzicht groeide dat het merendeel van de bijna 100 soorten inheemse bomen en struiken inmiddels schaars, zeer zeldzaam, of zelfs al voor Nederland of België als uitgestorven moesten worden beschouwd (in Nederland moet de grove den als uitgestorven worden beschouwd, ofschoon op de hogere gronden de bossen er vol mee staan).

Hoofdoorzaak van de zeer weinige overgebleven oorspronkelijke groeiplaatsen van autochtone bomen en struiken moet worden gezocht in de bosbouw. Deze vorm van landgebruik is immers per definitie vooral geïnteresseerd in economisch rendabele soorten. Door bepaalde bosbouwkundige eisen en wensen zocht men vaak naar snellere of beter groeiende variëteiten, waardoor minder rendabele soorten uit de bossen verdwenen of werden vervangen door niet autochtone variëteiten uit bijvoorbeeld Oost-Europa of Zuidoost-Europa, zoals de grove den, eik of fijnspar. Men introduceerde zelfs boom– en struiksoorten uit andere werelddelen, denk aan de Douglasspar, Japanse lariks en Amerikaanse eik. Ook ‘bodemverbeterende’ soorten werden om bosbouwkundige redenen uit verre oorden geïntroduceerd, zoals de nu hevig bestreden Amerikaanse vogelkers.

Als gevolg van deze activiteiten bleek het pleidooi van Stichting Kritisch Bosbeheer om aandacht te krijgen voor het restant inheemse en autochtone boom– en struiksoorten al vóór het eind van de jaren tachtig aan te slaan. In Nederland volgden nadien opkomende kleine bedrijfjes het idee en verzamelden zaad van waarschijnlijk oorspronkelijk autochtoon materiaal om zodoende plantmateriaal te verkrijgen voor herintroductie elders. Helaas zijn sommige zeer zeldzame soorten nog steeds gevoelig voor bosbouwkundige ingrepen omdat ze soms niet of te laat worden herkend en zo verloren gaan bij het ‘onderhoud’ van bossen of houtwallen, zoals in het voorjaar van 2007 bleek toen enkele wilde peren in een houtwal in een beschermd natuurgebied in de Achterhoek bij een dunning werden omgezaagd en zo verloren gingen. (bron wikipedia)

We hopen dat gemeente Gooise meren bij de aanplant van bomen en struiken rekening houdt met het belang van inheemse soorten bijvoorbeeld voor insecten en vlinders en zullen dit ook onder de aandacht proberen te brengen.